DE KOE

‘’Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee’’,
Spreuken 12, vers 10

Terug naar de basis gaat uit van een perfect geschapen dier, door een perfecte Schepper. Een dier dat zo geschapen is dat geen ingrepen nodig zijn om het beter tot haar recht te laten komen. Een efficient dier, mits het op de juiste manier ingezet wordt in de landbouw.

Om het dier optimaal tot haar recht te laten komen, moet het kunnen doen waar het voor gemaakt is: grazen en dat gras omzetten in melk en vlees. Een rantsoen moet daarom eenvoudig zijn en vooral ruwvoer bevatten. Niet de output is leidend, maar de output ten opzichte van de input. Krachtvoer krijgt een minimale rol in het systeem en kan alleen bestaan uit voor humane consumptie ongeschikte grondstoffen. Geven we de koe granen en mais dan gaat dat ten koste van de voeding van mensen elders in de wereld met alle gevolgen van dien. Krachtvoer gemaakt van granen en mais gaat daarbij ook altijd ten koste van de bodemvruchtbaarheid van de akkers in de landen waar het graan en de mais gegroeid heeft. De mest van de koeien gaat niet terug naar de akkers in het buitenland wat tot uitputting van de gronden in het buitenland leidt.

De rentmeester durft het gesprek aan te gaan over thema’s die op de melkveehouderij afkomen. Denk hierbij aan stoppen met onthoornen, voorjaarskalvende veestapel, natuur op eigen grond, kunstmestloos boeren, volledige weidegang en kalf bij de koe. Thema’s die misschien gevoelig liggen en niet van vandaag op morgen allemaal opgepakt zijn. Maar misschien wel binnen een generatie waarin jij het voortouw mag nemen!

Ga je mee op ontdekkingstocht voor een scheppingsgerichte bedrijfsvoering?
Neem dan contact met mij op!